Een groot onderdeel van het preventief onderhoud is het bijvullen van de CV-installatie. Wanneer de installatie namelijk niet genoeg waterdruk heeft, zal deze niet naar behoren werken. De minimale waterdruk is 1.0 bar, een normale druk ligt tussen de 1.5 en 2.0 bar. 
 
Let op: laat de manometer een druk zien van 0.0 bar? De kans is dan groot dat uw installatie lek is. In dit geval kunt u ons bereiken via ons telefoonnummer: 0547 26 08 16. 

Volg het stappenplan hieronder voor het bijvullen van uw verwarmingsketel:

A) Draai de temperatuur te zien op de kamerthermostaat naar beneden
B) Wacht tot de ketelthermostaat onder de 40 graden staat, deze temperatuur is vaak te zien op het display van uw ketel. Ziet u niets? Wacht dan tien minuten.
C) Haal de stekker van de CV-ketel uit het stopcontact.
D) Verbind een vulslang aan de waterkraan, deze slang ligt vaak in de buurt van uw ketel.
E) Vul de slang zelf voorzichtig met water, zodat er zich geen luchtbellen in de slang bevinden.
F) Sluit de vulslang vervolgens aan op de vulkraan van de CV-installatie.
G) Open vervolgende dat waterkraan, en draai ook de vulkraan een kwartslag open.
H) Hou de manometer in de gaten: bij een druk van 1,5 tot 2.,0 bar kunnen beide kranen weer dicht.
I) Ontlucht nu de radiatoren (zie ons volgende punt hoe je dat doet)
J) Vul eventueel weer bij (stap D tot H)
K)   Steek de stekker van de CV-ketel weer in het stopcontact, en zet de temperatuur van de thermostaat weer omhoog.

Het bijvullen gaat hand in hand met het ontluchten van de CV-installatie. Wanneer uw radiatoren niet helemaal gevuld zijn met water maar ook met een deel lucht, geven zij minder warmte af en is uw rendement lager. Het ontluchten van uw installatie is goed zelf te doen. Belangrijk is dat u hiervoor begint bij de laagst gelegen radiator in uw woning, en daarna naar boven werkt. Neem als richtlijn dat u begint bij de radiator die het verst van de ketel afstaat.

U heeft nodig: ontluchtingssleutel/radiatorsleutel, een doek en een emmer.

A) Draai de temperatuur te zien op de kamerthermostaat naar beneden
B) Wacht tot de ketelthermostaat onder de 40 graden staat, deze temperatuur is vaak te zien op het display van uw ketel. Ziet u niets? Wacht dan tien minuten.
C) Haal de stekker van de CV-ketel uit het stopcontact.
D) Begin bij de radiatoren op de laagste punt van de woning en werk dan omhoog, eindig met de radiator op het hoogste punt.
E) Per radiator: draai de radiatorkraan/thermostaatkraan de dicht. Houd een doek bij het ontluchtingsventiel van de radiator en draai dit ventiel open met de ontluchtingssleutel. Draai het ventiel weer dicht zodra er water uit komt. Let op: dit water kan troebel/vies zijn.
F) Draai de radiatorkraan/thermostaatkraan weer open. Wanneer u alle radiatoren heeft gehad, kunt u de stekker van de CV-ketel weer in het stopcontact doen.

Controleer na het ontluchten altijd de waterdruk; zie hiervoor punt 1: ‘de installatie bijvullen’